All in a days work: work with me

Iedere dinsdag verschijnt een nieuw hoofdstuk van de populaire serie All in a day’s work. Katja van Bergen is een leuke advocate met een grote mond en een klein hartje. Ze heeft goedlopend kantoor; alleen in de liefde wil het niet zo vlotten.

 

Maand:                                   november

Week:                                     week 44 / 45 tot donderdag week 47

Declarabele uren:                potentieel 173,33 uur  – gedeclareerd: 126 uur

Non declarabele uren:        45 uur gezin, 2 uur Zylom spelletjes, 5 uur Power Mommy

Weer:                                     overwegend regenachtig

 

 

Week 44

woensdag

Quote:             “ De wereld is een groot gekkenhuis en dit is het hoofdkantoor”. – Pinterest

 

“Marion, ik kan je niet verstaan”. “Wacht even”. “Jongens, even rustig nu. Ik ben aan het bellen”. Dat helpt natuurlijk niet. De jongens rennen verkleed de keuken in op zoek naar de ‘gevaarlijke’  deurwachters. Ik hoor hun kattennagels over het parket schrapen en het blije gegiebel van de kinderen. Hard joelend rennen zij de wachters achterna naar boven. Ik loop naar de achterkamer en doe de gazon deuren open. Ik pak een deken en kruip op de comfortabele bank in de tuin. “Ben ik weer”. “Zoals ik al zei, Debby zit al de hele ochtend te werken met de koptelefoon op”.

“Dat is niet anders dan anders”.

“Heb je haar al gevraagd wat er is?”.

“Nee, natuurlijk niet”, fluistert Marion.

“Wil je dat ik langskom met de kinderen? Als een soort afleidingsmanoeuvre?”, vraag ik op samenzweerderige toon.

“Nee”, klinkt het vertwijfeld, “ik red mij wel. En dan nog iets. Ik heb gisteren het alarm erop gezet, toen ik wegging. Vanochtend was het alarm eraf”.

“Weet je dat zeker?”, vraag ik geschrokken. “Ik heb niets gemerkt op kantoor. Alles staat er nog. Niets is weg. En volgens mij heeft niemand aan de computers of dossiers gezeten. Misschien ben ik het gewoon vergeten”. Ik hoor Marion zuchten.

“Misschien ben je het gewoon vergeten, Marion. Dat gebeurt mij ook wel eens. Fijn dat je het toch even meldt”.  “Als niets verandert, bel mij dan vanmiddag. Anders zie ik jullie morgen weer”. Ik leg de telefoon neer en sluit mijn ogen. Marion heeft een gezonde neus voor sociaal ongemakkelijk situaties. Ik hoor vast morgen wat Debby bezighoudt. En dat alarm, ik vergeet zo vaak mijn sleutels en besluit er verder niets van te denken.

Ж

Khadija geniet van de zon. Ze staat op de brug bij haar favoriete café. Ze staart naar de eendjes en meerkoeten, die onder in het water drijven.

“Dag meissie”.

Khadija draait zich om en kijkt in de hartelijke ogen van Theo. Ze omhelzen elkaar als oude bekenden. “Hoe is het?”.

“Ik houd het kort. Ik heb de foto’s van het team 1 voorgelegd aan een contact bij de CRI in Zoetermeer en Interpol in Den Haag. Alle teamleden zijn herkend”. Khadija kijkt hem gespannen aan. “Wie zijn die mensen? Het is foute boel of niet?”. Theo geeft haar een krant met daarin geschoven een papieren map. Beiden hangen op de brugleuning en kijken naar de eendjesfamilie, die druk doende het scheepvaartverkeer ontwijkt. “Hoe komt het dat jouw vriendin met deze ongure types in aanraking komt?”.

“Ze is advocaat. Ik weet dat ze geen klant zijn”.

“Misschien heeft zij een zaak waarmee een belang van hen is gemoeid?”. Khadija laat de vraag wat tussen hen in hangen.

“Twee teamleden ziin kent bij de CIA uit Afghanistan. Zij hebben banden met heroïnesmokkel en wapenhandel. Een ander werkt voor een hightech computerkantoor in Parijs. Dat bedrijf wordt informeel in verband gebracht met medicijnhandel naar Afrika. De vrouw is vermoedelijk een liaison met een andere partij. Jouw vriendin, begon Theo aarzelend, heb jij een idee waarom deze mensen haar in de gaten houden?”.

“Ze vertelt mij niet alles. Ik heb mijn zorgen met haar gedeeld maar zij vertelde verder niets.” Ergens voelde Khadija dat hij op zoek was naar waardevolle informatie. Hij schakelde niet voor niets zijn contacten in; al was het waarschijnlijk een kleine moeite om de identiteit van deze mensen te achterhalen.  Misschien deed hij dit om Khadija aan te houden als bron? Misschien helpt hij uit interesse voor de medemens, al moet zij zelf al glimlachen bij de gedachte.

“Theo, ik kan je niet meer vertellen dan dat ik weet.”

“Wat voor een type advocaat is zij?”.

“Ze is het type hard werken, gescheiden, kinderen en een nieuwe vriend. Ik denk niet dat zij de scheiding heeft verwerkt. Ze is geen slappe was, hoor. Alleen wat vreemd soms. Ze heeft een high profile zaak in behandeling en neemt het op tegen een stel Amsterdamse boeven. Zo kwamen deze mensen in beeld. Ze denkt dat haar cliënt in gevaar is. De politie doet niet veel en ziet dit gewoon als de zoveelste zaak, waarin een relatie is stuk gelopen en het ex-vriendje vervelend doet. Je hebt haar al opgezocht of niet?”, merkt Khadija gelaten op. Ze haat het wanneer ze zo achter de feiten aanloopt.

“Ik hoor graag wat ik al dacht”, antwoordt Theo geamuseerd.

“Wij spreken het volgende af. Ik zorg ervoor dat een seintje gaat naar de politie dat zij de zaak van mevrouw Klein wat meer aandacht geven en jij praat met jouw vriendin voor mij”. Vragend kijkt Khadija hem aan maar Theo geeft haar charmant een handkus en loopt de brug af. Khadija voelt zich ongemakkelijk met zijn verzoek. Het voelt net of zij nu haar vriendin verraadt. Ze besluit dat een lange wandeling haar goed zal doen.

 

All in a day’s work: left over

Iedere dinsdag verschijnt een nieuw hoofdstuk van de populaire serie All in a day’s work. Katja van Bergen is een leuke advocate met een grote mond en een klein hartje. Ze heeft goedlopend kantoor; alleen in de liefde wil het niet zo vlotten.

 

“Hey”, klinkt het voorzichtig. “Stoor ik?”.

“Ik had je niet verwacht”. Khadija loopt mijn kamer binnen met een tas en twee grote bekers van Star Bucks.

“Wat ben je aan het doen?”.

“Ik ben druk met de voorbereiding voor morgen”.

“En dat doe je door een computerspelletje te spelen?”, vraagt Khadija schamper. Ik voel mij aangevallen en kijk haar vragend aan. De stilte die valt, is ongemakkelijk en ik wacht totdat zij verder gaat. Khadija doet haar jas uit en gaat zitten aan mijn bureau.

“Luister, ik heb gisteren mijn contact gesproken. De teamleden zijn nu bekend”. Ik ga bij haar aan tafel zitten, terwijl Khadija de map opent. Zij schuift de vellen met informatie naar mij. Ik kijk naar de foto’s en lees de beschrijvingen. Drugshandel, moorden, connecties met internationale bedrijven.

“Hoe ben je hierin verzeild geraakt?”, klinkt het haast beschuldigend.

“Ik heb geen idee”.

“Het lijkt mij niet dat hun aanwezigheid verband houden met de zaak van mevrouw Klein”.

“Dat weten wij niet”.

“Denk je nu werkelijk dat jouw cliënt een heimelijk leven van geheim agent leeft met als dekmantel een klein kind en een baantje bij een groentewinkel?”.

“Deze aanname klinkt onrealistisch, dat ben ik wel met je eens”.

“Dat betekent dat jij hun interesse hebt gewekt. Heb jij een andere zaak die wijst op betrokkenheid met wapenhandel of drugshandel?”.

“Khadija, ik heb klanten die met strafrecht in aanraking komen. Geen van deze klanten hebben een Holleeder-verleden”.

“Katja, ik weet dat jij niet graag praat over jouw zaken. Deze mensen komen geen vragen stellen. Zij ontvoeren mensen en nemen wat ze willen. Als jij dit gevaar niet onderkent, kan ik jou niet helpen”.

“Ik ben mij best bewust van het feit dat dit een ongewone situatie is. Alleen weet ik niet precies wat de reden is van hun bemoeienissen. Zij hebben geen contact met mij gezocht”.

“Waarom doe je nu zo halsstarrig? Volgens mij weet jij best wat ik bedoel. Vertrouw jij mij niet?”. Ik glimlach flauw.

“Ik weet niet of het met vertrouwen te maken heeft”.

“Hoezo niet? Jij bespreekt de zaak van mevrouw Klein toch ook met mij?”, dringt Khadija aan.

“Luister, ik heb geen zin in ruzie. Ik heb geen reden te denken dat ik en mijn gezin in gevaar zijn. Voor nu ga ik ervan uit dat zij ergens een link hebben met de zaak van mevrouw Klein”. Verbluft staart Khadija mij aan. Ik merk dat mijn weerzin groeit om iets te zeggen.

“Mag ik een kopie maken van jouw dossier? Ik zal jouw zorgen met Kees bespreken”.

“Jij laat niets los, terwijl ik mijn contacten moet inzetten om deze informatie te krijgen”, klinkt het beschuldigend.

“Daar betaal ik je voor. Ik beloof dat wanneer zij contact opnemen dat ik van mij laat horen. Afgesproken?”. Verbolgen kijkt Khadija mij aan.

“Je krijgt een  kopie van het dossier. En doe niet zo achterlijk. Jij weet best dat dit geen kattenpis is”. Ik kijk haar aan en besluit opnieuw dat zij niets hoeft te weten van de datastick en Joost.

“Ik zal Marion zo vragen om een kopie te maken en dan ga ik terug naar Rotterdam”.

“Hoe is het met mevrouw Klein nu wij het er toch over hebben?”.

“Mijn kerels zijn zo aanwezig dat iedereen zich wel een tweede keer bedenkt om iets raars met haar uit te halen”, lacht Khadija.

“Dat hoor ik graag. Hebben zij iets bijzonders opgemerkt?”.

“Een ding. Haar vriendje heeft een biertje staan drinken met een vriend van een vriend, die weer de tegenpartij kent”.

“Ik wil dat duidelijk hebben voor het getuigenverhoor begint”.

“Ik zal het uitzoeken. Het is beter als je wij hem samen spreken. Ik ben binnenkort in Amsterdam en dan plan ik dat gelijk in. Op een expositie van mijn moeder heb ik een handelaar leren kennen, ene Sjoerd van Bemmel. Zegt jou die naam iets? Ik ga met hem lunchen. Als het jou uitkomt, dan spreken wij daarna de vriend van mevrouw Klein. En dan pakken wij daarna een biertje met jouw jongens. Ik moet mij nu echt voorbereiden op het gesprek van morgen?”.

Khadija geeft mij een knuffel. “Ik laat van mij horen”, fluistert zij op even toon. Vreemd genoeg krijg ik het gevoel dat ik haar vriendschap verlies. Ik pak haar snel bij de arm, voel me weer dertien en de vraag brandt op mijn lippen: “Wij blijven toch vrienden?”. Maar ik houd mij in. Ik zoek naar iets warms in haar ogen, een geruststelling dat ik het verkeerd begrijp en ik zie alleen maar een koele, zakelijke blik. Mijn hart krimpt ineen.

“Anders volgende week lunchen”, verzin ik vlug als excuus voor het vastpakken van haar arm.

“Ik weet het niet. Dat laat ik je nog weten” en met die woorden loopt mijn detectivelady het kantoor uit en hopelijk niet uit mijn leven.  Ik besluit deze gedachten en mijn nare gevoelens van mij af te zetten en mij te richten op het gesprek van morgen. Maar eerst een spelletje Tetris.

 

 

What’s a Hostess to Do? (★★★★☆) — bug bug book reviews

Susan Spungen * Artisan * April 2, 2013 * 282 Pages Find this book on Goodreads | Amazon | BN This is one of the books from my 2018 TBR Pile Challenge. I picked it up because I’m not a natural hostess and can use all the help I can get. Truthfully, the idea of throwing […]

via What’s a Hostess to Do? (★★★★☆) — bug bug book reviews

All in a day’s work

Week 41

Vrijdag

Quote: “Onderschat mij gerust. Des te leuker wordt het voor mij”.

Buiten is het heerlijk. De lucht is blauw en ik ruik de komst van de winter. Op de parkeerplaats zie ik Joep Jansen al staan, samen met een vrouw. Ik stap uit en loop stevig op beide mensen af. “Goedemorgen. Hoe is het?” “Als u mij dat nu niet had gevraagd heel wat beter. De zenuwen gieren door mijn keel. Ik ben al vier keer naar de wc geweest”, vertelt mevrouw Janssen opgelaten. Ik zie een nare blik in Joep’s ogen. Hij neemt zijn vrouw onderzoekend op en kijkt alsof hij poep onder zijn schoen heeft aangetroffen. Een paar woorden voor wij naar binnen gaan. Het is aan uw werkgever om uit te leggen wat het onderzoek inhoudt, hoe zij het hebben gedaan en wat de uitkomsten zijn. Ik zal vragen stellen. U luistert. Geef pas antwoord als ik knik dat het kan en probeer uw emoties in bedwang te houden. U vormt samen een team; een gelukkig paar dat door onterechte beschuldigingen nachtenlang slecht heeft geslapen door de vrees uit verlies van uw baan. U beide lijden hieronder. Uw gezin leidt hieronder. Daarover mag u best boos zijn. Met mate. Uw werkgever hoeft niet alles van u te weten. Heeft u vragen?” “Mag ik gewoon tijdens het gesprek naar de wc”, vraagt mevrouw Janssen bedeesd. “Als u zich zo beroerd voelt, dan hoeft u niet mee het gesprek in. Dan is het beter om beneden bij de receptie te wachten. En natuurlijk mag u een keer tijdens het gesprek naar de wc. Kom dan lopen wij samen naar de ingang, anders zijn wij zo dadelijk nog te laat”. Ik draai mij om en wij lopen samen de parkeerplaats over.

De receptioniste wijst ons een plek aan een mooie, ovale tafel en vraagt of wij wat willen drinken. Vreemd genoeg bestellen wij allen een koffie: een latte, een cappuccino en een gewone koffie.

Fijn dat u allen komen, begint de leidinggevende. Naast mij zit mevrouw Fleuren; zij is van de afdeling HRM en maakt aantekeningen van ons gesprek. Stuurt u mij ook een kopie van uw verslag, vraag ik? Natuurlijk. Ik zorg ervoor dat u vanmiddag en anders maandagochtend het verslag binnen hebt. Dat vind ik fijn. Dan kunnen de heer en mevrouw Jansen daar zo nodig op[ reageren. Wij hebben de heer Janssen geschorst vanwege een verdenking op het verspreiden van naaktfoto’s van een collega.  Mag ik de foto’s eens zien, vraagt mevrouw Janssen met tranen in haar ogen. Natuurlijk zegt de leidinggevende kordaat. Zij probeert de duidelijk de controle over het gesprek te houden en ik zie mevrouw Janssen wat mentaal terugdeinzen door de striktheid van haar toon. De heer Janssen heeft nadrukkelijk ontkend de foto’s te hebben verspreid. Hoe bent u tot de conclusie gekomen dat hij degene was die dit gedaan zou hebben. Twee collega’s hebben hem gezien in de kantine tijdens werktijd. Een uur later was het pauze en zag iedereen de foto van de collega. Ondertussen schuift de leidinggevende de foto over de tafel naar mevrouw Janssen. Is het ongebruikelijk dat collega’s tijdens werktijd naar de kantine lopen? Ik kan mij voorstellen dat zij wel eens een praatje maken met het kantinepersoneel? Het is inderdaad niet ongebruikelijk dat mensen naar de kantine lopen. En denkt u niet dat wanneer iemand kwaad in de zin heeft, liever onopgemerkt blijft? Ik begrijp tenminste dat de heer Janssen geen moeite heeft gedaan om zijn aanwezigheid in de kantine te verbergen. Hij heeft zelfs kort gesproken met de schoonmaakster. Is dat uw getuige vraag ik schalks aan de leidinggevende. Zij en iemand die net van het toilet kwam, beaamt de leidinggevende. En uw getuigen hebben niet gezien dat de heer Janssen met stapels foto’s rondliep. Ik zag hierover niets terug in de verklaringen. Dat klopt. Nadien is niemand meer in de kantine geweest tot lunchtijd. Uw cliënt was de laatste medewerker die ochtend. De laatste medewerker die door het personeel is gezien, corrigeer ik haar. U hebt geen steekhoudend bewijs dat de heer Janssen de foto’s daar heeft neergelegd. Kunnen wij dat samen vaststellen? Mevrouw Fleuren knikt bevestigend. Alleen de leidinggevende houdt haar kaken stijf op elkaar. De sfeer is ijskoud. En klopt het dat het functioneren van de heer Janssen steeds als goed is beoordeeld de afgelopen jaren? Dat klopt, piept mevrouw Fleuren. Kortom, u hebt de heer Janssen op non actief gesteld zonder degelijk en sluitend onderzoek? Wij willen u en uw cliënt graag een voorstel doen om tot het einde van het dienstverband te komen. Een dergelijk voorstel is prematuur, scherts ik lachend. Tenzij u een vergoeding biedt van € 25.000 bruto met een vergoeding van mijn kosten? Ik zie de leidinggevende wit wegtrekken. Mevrouw Fleuren staat op en pakt een stel papieren. Ons voorstel is dat uw cliënt thuis blijft tot het einde van de maand en hij krijgt dan twee maandsalarissen mee.  U beticht mijn cliënt van grens-overschrijdend gedrag en ieder bewijs ontbreekt! Indien u graag ziet dat partijen afscheid van elkaar nemen, dan is mijn cliënt eerst bereid een voorstel in overweging te nemen wanneer de vergoeding in de buurt van de 25K komt. Overigens is een non actiefstelling reeds een maatregel, waarmee u mijn cliënt ten onrechte benadeeld. Om vanwege dezelfde feiten en omstandigheden te zeggen dat dan ook het dienstverband maar beëindigd moet worden, zal geen enkele rechter accorderen. Bovendien zullen veel collega’s denken dat hij iets met de affaire van doen heeft. Om dat recht te zetten, zal mijn cliënt maandag zijn werkzaamheden weer hervatten en tijdens het werkoverleg een korte verklaring voorlezen. Ik kan het bod verhogen naar vier maandsalarissen, merkt de leidinggevende terloops op. Ik herhaal dat mijn cliënt pas bereid is om met u mee te denken wanneer het voorstel € 25.000 betreft. Dat zijn 5,5 maandsalarissen met een normale afwikkeling van het dienstverband en een positief getuigschrift. Mevrouw Fleuren, misschien kunt teruglezen aan ons wat het voorstel is? Het voorstel van onze kant is dat het dienstverband afloopt per 1 december. Uw cliënt ontvangt een vergoeding van vier maandsalarissen en een normale afwikkeling van het vakantiegeld en de vakantiedagen. Het geheimhoudingsbeding blijft staan. Wel wordt het concurrentiebeding doorgehaald. Uw voorstel is einde van het dienstverband per 1 januari, als ik u goed begrijp en een vergoeding van 5,5 maandsalarissen met een vergoeding van uw kosten. De leidinggevende staat op. Ik moet dit even kort bespreken, want dit gaat mijn budget te boven. Zij pakt de telefoon en belt een bepaald nummer. Ondertussen staart mevrouw Janssen nog altijd aar de foto van de naakte collega. Gaat het wel vraag ik haar zachtjes. Ze ziet er wel een beetje pips uit, vindt u niet. Of misschien ligt het aan de lichtinval. Verbaasd staren wij haar aan. De leidinggevende komt terug en neemt demonstratief plaats. Ik kan uw cliënt een vergoeding bieden van 5 maandsalarissen. Meer niet. En een vergoeding van mijn kosten, vraag ik brutaal. Nog voor de leidinggevende een antwoord kan geven, merkt mevrouw Fleuren op dat het bedrijf standaard een vergoeding biedt van maximaal € 750 excl. btw, mits de werkzaamheden behoorlijk worden verantwoord. Ik kijk de heer Janssen aan maar ik kan zijn reactie moeilijk peilen. Wij nemen uw voorstel onder beraad en u hoort binnen twee weken van ons. Maandagochtend hervat de heer Janssen zijn werkzaamheden. Dat is nu net niet de bedoeling, moppert de leidinggevende. Dat begrijp ik. Het is niet dat u onderzocht hebt dat hij naar een andere afdeling kan. U zoekt een goedkope manier om afscheid te nemen van mijn cliënt, terwijl hij juist belang hecht aan een voortzetting van zijn dienstverband. Indien u echt wenst dat hij vertrekt, dan gaat u ervoor dat een passend voorstel voor 12:30 vanmiddag in mijn inbox staat. Ik sta op. De heer en mevrouw Janssen volgen mijn voorbeeld. Ik zal het voorstel uitwerken, merkt mevrouw Fleuren rood aangelopen op. Het kan zijn dat wij uw cliënt maandag gewoon naar huis sturen. Dan wordt een afscheid enkel duurder. Zeker wanneer u kiest voor een procedure, sluit ik af. Ik geef de leidinggevende een hand en mevrouw Fleuren. De heer en mevrouw Janssen volgen mijn voorbeeld.

Op de parkeerplaats praten ik, de heer en mevrouw Janssen wat na. Beiden zijn tevreden over het verloop van het gesprek. “Ik stel voor dat u maandag gewoon gaat werken. U gaat alleen naar uw werk voor het overleg. U kunt kort een verklaring geven voor uw afwezigheid. Maakt het niet te sappig. Hoe het simpel en bij de feiten. Het werkoverleg begint om 8:30 toch? Daarna meldt u zich ziek bij uw leidinggevende en mevrouw Fleuren wegens migraine en andere spanningsklachten. U neemt mij mee in de bcc. Daarna hoeft u niets te doen dan bereikbaar te zijn voor uw werkgever. Zij moeten het verloop van uw ziekte controleren. U mag ook niet zomaar weg van huis, let daarop. Dan kan pas wanneer u bent gecontroleerd door een arbo-arts. “ik vermaak mij thuis wel’, merkt de heer Janssen luchtig op. En ik houd u op de hoogte van de ontwikkelingen. Goed weekend!

 

Be bold, be brave! Get the best from the Bureau!

Hi there and welcome.

You’ve got a question. We’ve got some brilliant ideas we like to share.

At the Bureau, we believe effective business consulting is much more than fancy presentations. We are a hands-on team that creates value for your business by designing and implementing the ideal management and legal strategy to suit your business needs. Our team uses the best tools, outstanding legal skills and an in-depth market expertise to build custom management solutions resulting in streamlined development of your organization and cost effective (production) management. From start to finish, the Bureau offers the ultimate (legal and management) strategy and project plans.

The Bureau knows just about everything about Dutch law concerning company issues, your daily business and it’s legal aspects. We specialize in business management, restructuring, coaching and training.  As for private individuals, we provide excellent and affordable legal services ranging from health care, work, and benefits to pension schemes and inheritance law.

To provide our clients with a network of innovative solutions, excellent legal representation and a dedication to quality customer service we are the unexpected difference.

As for our legal department, we know just about everything there is to know about the law and company (dealings).  We also hold regular legal consultations in local community centers. These consultations are free and meant for private individuals with small or no financial budgets. While we do not offer free legal consultations for businesses, we do offer exceptional value.

As a business owner or leader, there is often no one you can turn to when making tough decisions.  It is all up to you. So where do you go when you need help? Obtaining an outside perspective through business consulting can help you to find new and creative solutions that can lead to important benefits for your business. There are many business and personal benefits from working with our business experts. From saving you time and money to helping you (re)define strategic plans, our experts are focused on your business and how you can achieve your goals.

We currently work with a large variety of established businesses ranging from privately owned companies to government departments, in a vast range of industries situated in both thriving towns and major cities across Europe. And we support warm and caring initiatives to help local communities and families get back on their feet. Ten percent of our profit goes to a foundation and our cliënts have a strong vote on where the donations go to.

Stay in touch and sign up today for our free e-mail newsletter “Start your day with an unexpected difference” and get helpful tips and timely articles delivered to your e-mail inbox. Just let us know whether you would like to receive the Dutch or English version.

Contact us at suresteadviseurs@gmail.com or call 0031 24 6792804.

 

De binnendeur van de Anderlingen

Tussenwoord:

Om het maar direct te zeggen: dit is een jongensverhaal voor stoere meisjes. Soms is het een meisjesverhaal voor slimme jongens. Meestal is het een spannend verhaal voor kinderen.

Voor de zelf-lezer, bij puntjes moet je in jezelf vertellen wat daar mag staan. Er staan ook mini-avonturen in voor kleine zelf-lezertjes. Het is belangrijk dat je de doe-opdrachten zelf doet, als dat erbij staat.

Voor ouders en voorlezers: het is beter de kinderen wat eerder naar bed te brengen als jullie uit dit boek voorlezen. Het is in zekere zin een interactief boek. U gaat stoeien, verhalen vertellen uit uw eigen jeugd en veel lachen met uw kinderen. Dat geldt ook voor verzorgers.

Hoofdstukken een en twee zijn stom. Die vindt u aan het einde van het boek. Hoofdstuk vijf is te spannend en hoofdstuk negen is het einde van dit boek.

Hoofdstuk drie: Wat is Eenhoorn?

Lang geleden hadden de mensen geen X-box of Wii-U. Zij hadden ook geen tv. Dat scheelt. Als je geluk had, dan mocht je op woensdagmiddag mee naar een vriendje, die wel een tv had. De tv in die tijd was een grote kast. Na het indrukken van de aan-knop, moest je ruim tien minuten wachten voordat de kast was opgewarmd. Zij hadden geen programma’s voor kinderen. Wel kon je naar het nieuws kijken. Daarna was het beeld weg. Alleen maar ruis. Gewoon geen programma’s. Geen jeugdjournaal. Geen tekenfilm. Niets. op alle kanalen. Hetzelfde geldt voor de telefoon. Nu hebben wij een plat, klein doosje, waarmee je spelletjes kunt doen op internet en mensen bellen. In de tijd van de eerste televisie hing een kastje aan de muur met een draaischijf. Op deze draaischijf stonden nummers. Mensen draaiden een nummer en dan praatte je tegen het kastje en hield je een rare koker tegen je oor om mensen te horen spreken. Soms wilde je met iemand spreken, die geen draaikastje had. Dan belde je iemand, die wel een draaikastje had, die jouw vriend ging halen. Dan moest je wel lang wachten. Verder speelden wij veel buiten.

Tegenwoordig hebben wij supertelevisies, computers en I-pods. Wij dragen andere kleren (veel te weinig). Tussen deze tijden speelt ons verhaal zich af; de tijd zonder tv en met een draaikastje en de tijd met een supertv zonder draaikastje.

Eens kijken of wij, de Anderlingen, jouw vriend worden, want hier gaat ons verhaal eigenlijk over. Wij zijn niet alleen met mensen op Aarde en in het universum. Er zijn ook mensen, die Anderling zijn. Sommigen wonen op Aarde. Zij zien eruit net als wij. Anderen wonen ergens anders. Natuurlijk denk je dan meteen aan een Paarse Planeet met Blauwe Bomen en een Ranja Rivier net als ik. Anderlingen wonen echt niet ergens op een planeet in het helaal. Dat is lastig uitleggen. Je leert het begrijpen naar mate Ik jou meer vertel. Let wel, deze informatie is strikt geheim. Strikt geheim betekent dat je niet met anderen hierover praat. Je leert een speciale code, die je nodig hebt om bij Eenhoorns aan te sluiten. Daarna krijg je les over wat je altijd bij je hebt. Ook als je thuis bent. Je doet speciale oefeningen in je hoofd. Pas als je dat goed kan, leer je een Anderling herkennen. Je weet dan meestal ook meteen of hij een keer bij jou een taartje komt eten, want zo zijn de Anderlingen dan ook wel weer. We vatten samen: je krijgt een speciale code. Je volgt de lessen van Eenhoorns en je maakt een lijst van spullen, die je altijd bij je houdt of vlak binnen handbereik hebt. Je krijgt oefeningen, die je samen met je maatje doet of alleen oefent in je hoofd. Pas als je al deze dingen vanzelf kan, komt  een Anderling op je pad of ga je spoken zien.

Zo. Dat was het makkelijke gedeelte. Dan gaan wij nu iets anders doen.

Hebben jullie al jullie tanden gepoetst? Mijn voeten ruiken wel eens als ik veel gelopen heb…. Vertel eens van dat spelletje op school? (Dit onderdeel is voor de kleinere toehoorders……) Grotere toehoorders, hebben jullie je tanden gepoetst? Mooi zo. En hebben jullie nog iets gedaan wat even gezegd moet worden, voordat wij verder gaan? Hebben jullie al een goede piekpartij gehad? Dan doen wij dat nu.

Genoeg gegiebeld. Voordat jullie gaan slapen, moeten jullie ons één ding beloven. Het is best spannend een Anderling te leren kennen. Hiervoor moet je je best doen. En dat beloof je aan ons, jouw mede-toehoorders en aan jezelf. Je belooft trouw aan jouw Code. Een code is een afspraak. Dat is een officieel iets. Iedereen krijgt dezelfde code. En wij spreken een aantal andere belangrijke regels af.

Regel 1: je luistert goed naar jullie pap en mam en juf of meester luisteren. Dat betekent niet dat je ook steeds moet doen wat zij zeggen.

Regel 2: je hebt per dag minimaal de helft van de dag plezier in wat je doet. Als dat niet lukt, dan zeg dat tegen een grotere toehoorder of je pap of mam.

Regel 3: je maakt mooie herinneringen. Die herinneringen zijn jouw schat en die bewaar je in je hoofd en in je hart. Als je je dan een keer naar voelt, dan pak je een herinnering. denk er maar even aan. Niet te lang. Dan voelt het minder krachtig. Je kunt er vast nu al een verzinnen. Heb je al een goede? En mogen wij die weten? Vertel maar…… Zeg kleine dondersteen, dat is een hele goeie! Nu jij, andere toehoorder. Bewaar ze maar goed. De nieuwe herinneringen ga je niet zomaar vertellen, weet je nog? Het zijn jouw schatten.

Regel 4: je oefent elke dag je fantasie. Natuurlijk weet je wat fantasie is. Niets doen en dromen maken of buiten rondrennen en springen en voetballen en knikkeren en computeren en dan verhalen verzinnen. Die verhalen vertel je als jullie pap en mam denken dat je slaapt. Als je alleen bent, dan vertel je ze zachtjes in je hoofd. Of misschien sluipen je ’s nachts de gang op om elkaar stiekem jullie verhalen te vertellen. Soms ben je te moe en ga je meteen lekker slapen. Grotere toehoorders, zorg ervoor dat je niet gehoord wordt door volwassenen en laat de kleineren slapen als ze moe zijn.

Regel 5: denk elke dag aan de Code en Eenhoorn. Zeg zachtjes dankjewel als je een mooie dag hebt gehad en mopper hardop als je een pechdag hebt.

Regel 6: wees vriendelijk naar andere mensen, kinderen, dieren en spoken. Je mag wel ruzie maken. En je hoeft het niet goed te maken als je dat niet wil.

Regel 7: knuffel je huisdieren en ga niet op ze staan.

Regel 8: zorg voor een zilveren ketting. Voor jongens kan een armband die drie keer om je pols gaat (als je klein bent), voor meisjes mag dat een ketting zijn en kies een ring. Misschien een idee voor Sinterklaas? En anders moet je zelf goed sparen.

regel 9: verras een keer per week je pap, mam of verzorger. Verzin maar iets geks, waardoor zij even niet weten wat ze moeten zeggen of waardoor ze heel hard moeten lachen.

regel 10: je krijgt maximaal een keer per week straf. Liever wat minder. Indien je het oneens bent met de reden van de straf en de straf zelf, zeg dat dan tegen jouw pap of mam. Vaak lukt het niet in een keer. Dat geeft niet. Je bent net zo belangrijk als jouw pap, mam of verzorger. Alleen wat kleiner.

regel 11: sla van je af. Schoppen mag ook. En een grote mond is ook belangrijk. Let wel op regel 10.

regel 12: vraag een keer per dag of jouw pap en mam of verzorger iets vertellen over toen zij klein waren. Probeer dat zo goed mogelijk te onthouden. Als ze niets kunnen vertellen, vraag dan of ze iets leuks vertellen.

regel 13: die verzin jezelf en zeg je tegen niemand. Ook niet tegen je broer, je zus of je beste vriend. Tegen helemaal niemand.

Zijn jullie nog wakker? Als ik het moet herhalen, dan moeten jullie dat zeggen. Sommige regels bij de Code zijn best lastig. Zoals die van het schoppen. De regels verklappen wij in kleine stukjes in het avontuur. Je moet goed opletten en overleggen met jouw mede-toehoorders, broer of zus.

De code is Wees de Ridder van jouw Hart, luister met je Hoofd, denk goed na en handel in naam van jouw Heer. Eigenlijk drie keer een H. Als ik zeg Heer, dan denken de meesten mensen meteen aan de Heer Jezus Christus. Voor sommigen is de Heer een ander. De meesten kennen hun Heer eigenlijk niet eens. Maar goed, dat is een heel ander verhaal. En dan bestaat een vierde regel. Die verklappen wij in het verhaal, dus let maar goed op.

En naast de Code en regels hebben wij gezegd dat je een lijst maakt van zaken, die je altijd bij je hebt. Die dingen zijn: een rolletje kauwgom, een Zwitsers zakmesje, een stukje touw, een potloodje, een krijtje, een paperclip, een aansteker of een doosje lucifers, een lampje, een sleutelhanger, een fluitje, een knikker en een paar dingetjes, die je altijd graag bij je hebt en wat in je zak past. Voor iedereen is dat anders. Het is vooral goed om broeken te dragen met grote of veel zakken. Of jurken met achter- of binnenzakken. Of een tasje.  Ik heb veel stenen in mijn zak, wat muntjes, een kip, een ring, een vriendschapsbandje en stukje stof van een trappelzak (beiden van mijn zoontjes). Ik ben een volwassene. Mijn zakken zijn dan ook groter en daar past meer in. Ik heb nog twee plastic knuffels. Ik weet niet hoe ik eraan kom maar ze passen in mijn achterzak. En een rood clipje van een broodzak, een bronzen maskertje en een gouden blaadje. Allemaal op straat gevonden. Verder zit ergens een ruspbandje, een plaatje van een spelletje wat ik graag speel met mijn kinderen en een huissleutel. Dat was het wel zo’n beetje. Oh nee, toch niet. Er zit nog een oorbel in, een paar knikkers en een plastic poppetje van de Plus…….. En een lintje…… En een paar andere kleine dingetjes.

Ik heb deze spullen altijd bij mij. Soms raak ik wat kwijt en meestal vind ik weer wat. Ik heb het altijd bij mij, behalve wanneer ik in bad ga of moet zwemmen. Ik mag zelf weten of ik een pyjama aandoe. Als je niet met jouw kleren aan mag slapen, dan maak je een doos of een bakje waar je ’s avonds jouw spulletjes inlegt.

Morgen gaan wij verder met hoofdstuk vier en niet stiekem vooruit lezen. Mocht je nog niet kunnen slapen, denk dan maar eens na over wat Eenhoorn betekent.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe verhalen

 

Iedere maand publiceert Het Bureau een deel van een verhalenbundel. Momenteel lopen een viertal verhalen: Legally mom, All in a days work,  The Big D en DMCM. Deze keer een deel uit de bundel van DMCM.

DMCM

Het is even geleden dat ik besloten heb om te schrijven. Niet dat het mensen veel uitmaakt. Het verbaast mij hoe oninteressant mensen zijn. Zij werken, lopen en leven tussen vrienden en familie. Zij zijn onbewust van het leven om hen heen.  Dat maakt, u geachte lezer, natuurlijk niets wijzer. In dit boek heb ik besloten om een klein deel van mijn leven met u te delen. Dat doe ik in tien hoofdstukken van wisselende aard en omvang.

De zon verlicht de kamer. Het is al geruime tijd ochtend. Ik kijk de kamer rond, vertwijfelt of ik op zal staan. In de kamer staan dozen. Ik sluit mijn ogen. Geen gedachten. De laatste tijd sta ik hier steeds vaker bij stil. Geen gedachten. Wat betekent dat? Ik doe mijn ogen open en kijk naar de foto’s op het plafond. Foto’s van de kinderen, natuur en vakanties. Ik beleef een warm gevoel. Na een aantal minuten zwaai ik mijn benen uit bed en zet mijn voeten op de grond. Het duurt even voor ik de sensatie van het gladde laminaat bespeur.  Ik sta op en loop naar de gang. Ik kijk naar links. Dan naar rechts. Niets te zien. Ik waag de sprong naar de trap. Enigszins gespannen loop ik de trap af. Ik tel de treden. Het zijn nog steeds 14 stappen voor ik beneden ben.

In de gang beneden sta ik stil. De katten verwelkomen mij iedere ochtend. Het zijn trouwe vrienden. Ik doe mijn best hen te ontwijken. Zij doen hun best mij zoveel en zo vaak mogelijk aan te raken. Eenmaal in de keuken kijk ik naar de vaat. Het staat al twee dagen. Morgen doe ik de afwas. Ik pak een blik kattenvoer uit de onderste la. De katten zijn blij. Ik niet. Evenmin onblij. Ik maak een kop koffie en neem plaats op de bank. Iedere ochtend kijk ik het nieuws. Bij voorkeur lees ik geen krant. Ik start losjes met RTL 4, die mij informeert over welke ramp de wereld deze dag heeft getroffen. Ik sluit af met het NOS Journaal. Deze zender heeft pretendeert een andere kijk op het leven en portretteert een andere realiteit met een ondersteunend feitenrelaas. Niettemin lenen zij het nieuws van elkaar. Ik neem een tweede kop koffie.

In de avond kijk ik ook wel naar CNN of Comedy Central. Deze zenders beweren meer nieuwswaardige feiten aan te bieden dan Al Jazeera een duidelijke blik geeft op de Oosterse wereld. Het is inmiddels 8 uur. Ik zit aan mijn derde kop koffie.

Vandaag en morgen heb ik een druk programma. Van mij wordt verwacht iedere dag een zakelijk bericht te plaatsen op Facebook. Dat doe ik niet. Men zegt dat Facebook dan onvoldoende voordelen biedt. Dat kan. Ook heb ik een tweetal zaken: hoe regel ik een video voor Youtube en hoe schrijf ik een persstuk. Aan beide taken wijd ik geen aandacht. Ik zit immers op de bank met mijn derde koffie.

Ik besluit het nieuws op CNN te bekijken. Van daaruit beslis ik hoe ik de dag verder invul. De presentator van CNN vertelt over een orkaan. Binnen enkele dagen zal deze de kust van Houston bereiken. Mogelijk een nabij gelegen eilandengroep. Een half uur lang worden zorgen geuit over mogelijke scenario’s en actieplannen van hulpdiensten. Onbegrijpelijk hoe mensen een natuur fenomeen over-praten.

Iedere ochtend druk ik langs een aantal kanalen alvorens ik bij het NOS Journaal kom. Vandaag heb ik besloten te kijken naar “Mijn toekomst”. Mensen bellen naar een 0900-nummer en betalen een €1,00 per minuut om te spreken met een helderziende. Onduidelijk is of dit correct is. Niettemin word ik verrast. Een beller komt graag in contact met een overleden dierbare. Het zou een man zijn. De helderziende zegt: Nee, dat kan niet. Ik heb contact met een ander. Neem jij in de maling?”. Ik ga verzitten. Wel betalen, direct tutoyeren. En had ik dit goed gehoord: Nee, ik heb contact met een ander? De beller lacht schamper en antwoordt weifelend: “Klopt, het is geen man maar ik zoek contact met mijn oma”. De helderziende antwoordt bits dat zij hieraan haar tijd niet verdoet. “jij liegt tegen mij”. Het is alsof zij elkaar al jaren kennen. Evident waardeert de helderziende het contact met het tussenaardse meer. Zij stelt zich immers open voor familie van de beller. Zij voegt eraan toe de beller niet langer te woord te zullen staan. Ik zet de televisie uit. Dat had ik niet verwacht. Een twijfelachtig programma met een verrassende bite. Opgelucht zet ik de beker koffie in de keuken. Ik heb besloten dat oploskoffie geen goede start is van de dag.

In mijn agenda staan twee afspraken: boodschappen doen en tanken. Dat laatste is een uitdaging. Mijn auto mist een APK. Linksvoor is de band lek. Ook hoor ik vreemde geluiden. Reden om direct te gaan tanken. Ik loop naar buiten gevolgd door de gebruikelijke deurwachters en dakhazen. De auto start zonder problemen en ik begeef mij met tientallen anderen in een lange slang richting de stad. De radio vertelt meer nieuws, afgewisseld met het weer. Het is geen nieuws. Het is een nieuwsfeit aangevuld met meningen. Hier en daar een sneer om de aandacht te behouden van de luisteraar.

Bij het tankstation controleer ik de bandenspanning. Hier heb ik een hekel aan. De banden zijn vies. Mijn handen worden vies. Mijn kleding wordt derhalve vies. De banden breng ik opnieuw op spanning en ik tank voor exact hetzelfde bedrag drie keer op een rij. Bij de vierde keer trakteer ik mijzelf op plastic handschoenen en een film bij de bioscoop, zo neem ik mij voor. Ik rijd terug met een muziekkanaal. De muziek zegt mij weinig. wel roept het beelden op van mensen en situaties die ik niet herken. Eenmaal thuis staat het leger aan katten mij op te wachten. De buurman heeft inmiddels zoveel planten in zijn voortuin dat de katten geen ruimte hebben om een kuiltje te graven. De buurman is een handige strateeg. Ik loop naar het winkelcentrum, begeleid door twee katten. Beiden nemen plaats voor het bejaardentehuis. Ik vermoed dat zij daar meer dan eten krijgen. In het winkelcentrum is het rustig. Ik pak vier blikken voer, twee pakken kattenmelk en een brood. Buiten word ik opnieuw begeleid naar huis. De katten hebben steeds honger, zo lijkt het. Ik geef hen nogmaals te eten en loop door naar de computer.

Twee uur achter de computer. Het levert weinig op. Met enige tegenzin heb ik twee berichten geplaatst op facebook. Wel heb ik gegagdigden voor een date. De een is monteur en op zoek naar de liefde van zijn leven. De ander artiest, die zijn leven herpakt na het plotse vertrek van zijn partner met kinderen. Een leraar laat weten niet zomaar met mij een kop koffie te willen drinken. Hij wil eerst wat praten. Via de chat. Tegenwoordig zijn immers veel vreemden actief op internet. Ik ben mogelijk één van hen. Dat lijkt mij volstrekt onzinnig. Ik ben zachtaardig en beleefd. Dat laat ik hem direct weten. De monteur en artiest nodig ik ook uit voor een kop koffie. Beiden reageren. Met de monteur ga ik ook een broodje eten. Met de artiest drink ik uitsluitend een kop koffie. Beide contacten verlopen onsuccesvol. De monteur leeft in een wereld van The Fast and The Furious. Wij spreken de volgende keer in Nijmegen af voor een film. De artiest zoekt troost in mijn armen. Mijn oksels heb ik nog niet geschoren. Dat plan is derhalve afgekeurd. Hij geeft niet op en wij spreken af in Limburg voor een tweede kop koffie. Ditmaal heb ik mijn oksels wel geschoren. Niettemin zet ik hem na de uitnodiging voor een derde kop koffie thuis af. De artiestenwereld is mij onduidelijk.

Het is avond. Ik voel mij vermoeid. Bij het tweede NOS Journaal, besluit ik onverwacht om nogmaals facebook te bekijken. Na vier aanzoeken, een billenpartij en een verdwaalde swinger, vind ik een kapper. Wij sluiten vriendschap. Ik kom binnenkort mijn haar doen. Hij zet de koffie klaar.

Ook krijg ik nog een reactie van ene Jacob. Wij spreken af ons contact de volgende dag voort te zetten. Ook hij is geïnteresseerd in een kop koffie. De eerste afspraak loopt mis. Hij appt drie kwartier voor de afspraak af. Ik zit inmiddels in de auto. Een familielid is ziek. De tweede keer app ik af: de lekke band is toch zorgelijk. Hij zegt in Zetten te zijn voor familiebezoek, door vrienden afgezet bij de bus om vervolgens met de trein naar Arnhem te reizen. Ik bedank voor het aanpraten van een schuldgevoel. Hij woont immers in Arnhem. Hij stelt daarop voor om live te bellen. Hij vermaakt zich door schoenen terug te brengen naar de winkel. Dat was hij toch van plan geweest voor onze date. Wij spreken af twee dagen later te gaan fietsen. De avond en de volgende dag word ik bestookt met appjes. De voorbereiding van een bespreking maakt mij ziek. Ik heb geen interesse in appen. Dat laat ik hem te laat weten. Jacob wordt boos. Het was geen fietstocht, die niet doorging. Een geheel fictief leven is hem ontnomen. Van daten tot een relatie. Hij prijst zichzelf gelukkig met het voorkomen van een fictieve soa. Ook besluit Jacob zich te keren tegen rassenvermenging. Jacob voelt de noodzaak om de overwinning op zichzelf nog enkele dagen met mij te delen. Zijn roes is inmiddels geluwd.

Ik noteer in mijn agenda dat ik morgen de datingsite opnieuw onderzoek. Daarbij stel ik andere criteria op. Misschien een kop thee. Blonden vallen af. Het opstellen van criteria heeft meer aandacht nodig, die ik vandaag niet opbreng. Verder stel ik een bezwaarschrift op inzake een onterechte parkeerboete. Dit ter afwisseling.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

All in a day’s work: serendipity

Een inkomend bericht. Ik draai mijn stoel om en tuur over de rand van mijn bril naar de mail. Van sommige cliënten krijg ik nooit genoeg aandacht. Dit is er één van. Een ex-echtgenoot is overstuur. Opnieuw. Hij was te laat voor het ophalen van zijn zoon op school en zag zijn ex-partner in de buurt van de kinderen. Hij wil stringente actie tegen zijn ex-vrouw: een straatverbod en een dwangsom. Ook wenst hij dat Bureau Jeugdzorg door mij wordt geïnformeerd. Dat laatste gaat niet.

Ik pak mijn werkaantekeningen erbij. De behandeling van de zaak is simpel. Natuurlijk treitert de ex-man de ex-vrouw met telefoontjes, negatieve uitlatingen en post (met letters geknipt uit een krant). Hij wordt verdacht van haar mishandeling en die van haar kinderen. De huisarts heeft verwondingen geconstateerd maar wijdt het ontstaan daarvan aan ondoordacht handelen van de ex-vrouw. Het is ook lastig communiceren. De vader bleef namelijk bij de ex-vrouw tijdens het gesprek met de huisarts, nu het langer onthouden van medische hulp onverantwoord bleek. Samen met haar ex-partner controleerden zij dagelijks de ex-vrouw. Zij diende iedere minuut te verantwoorden aan haar vader, moeder en ex-partner.

Bovendien heeft de familie nadrukkelijk partij heeft gekozen voor de ex-partner, mijn cliënt. Op enig moment heeft de familie van de ex-vrouw Bureau Jeugdzorg en stichting Veilig Thuis ingeschakeld. De ex-vrouw leek te bezwijken onder de mentale druk van de mishandelingen en de aanmoedigingen van de moeder en vader aan de ex-partner om vooral andere vrouwen te daten zonder zich zorgen te hoeven te maken over de kinderen. Na verschillende bedpartners is mijn cliënt het huis uitgezet. Hij wordt nochtans financieel en moreel gesteund door de familie van de ex-vrouw.

De ex-vrouw zelf heeft geen advocaat en reageert vaak onverschillig op mijn advocatenpost. Naar de politie gaan is door haar familie sterk afgeraden (zulks op mijn advies). Sterker nog, de familie heeft besloten haar de eerstvolgende gelegenheid te verstoten nu zij onwillig is om andere aanwijzingen te volgen. Het betreft aanwijzingen in de opvoeding van haar eigen kinderen. De moeder van de ex-vrouw heeft een enorme hekel aan haar dochter en dit wordt door anderen op eenvoudige wijze (mis)(ge)bruikt. Dat weet de moeder. Bij Stichting Veilig Thuis mochten alle zorgen worden genoteerd als psychiatrische klachten. Dit tot groot vermaak van alle aanwezigen. Een groot deel van deze zorgen zijn niets meer dan vuile roddels. De zorgen staan nu in officiele papieren, die andere organisaties braaf overnemen. Zelfs de Raad van Kinderbescherming bevestigt geen enkel feitenonderzoek te hebben gedaan. Het beeld van de ex-vrouw is dat zij zo gek is dat zij beter af is in een gesloten instituut met gedwongen medicatietoediening, verstoken van haar kinderen, vrienden en familie. Het lukt evenwel niet de vrouw opgenomen te krijgen nu roddels maar tot zover gaan.

Via een legale manier probeert de ex-man nu de druk verder op te voeren door de voormalige echtelijke woning te verkopen precies op het moment dat Bureau Jeugdzorg de instructies van de rechtbanken en Hof niet langer kan negeren om te onderzoeken of de kinderen kunnen worden teruggeplaatst. Ook het optreden van Bureau Jeugdzorg is een bron van ellende. Hun processtukken zijn niet op orde. Hierin staat zelfs te lezen dat zij de ex-vrouw en moeder van de kinderen niet kennen. Dat strookt ook met de inhoud van de meeste rapportages, nu zij de rechten en bevoegdheden van de ex-vrouw zoveel mogelijk negeren.

De moeder van de ex-vrouw betaalt mijn advocaten(on)kosten. En ik word geïnformeerd door de familie, de psychiater (zonder de instemming van de vrouw), Bureau Jeugdzorg (zonder dat de vrouw dit weet), school en roddels over de ex-vrouw. Uiteraard is dat laatste een heerlijk onderwerp. De secretaresses spreken schande van de handelwijze van de ex-man en de familie. Het is natuurlijk heel invoelbaar. Niettemin heb ik een kleine opdracht met inzet van mijn advocatenprivileges. Doel is om de vrouw sociaal te isoleren, de contacten tussen haar en de kinderen te minimaliseren (en bij voorkeur af te nemen) en haar financieel te breken. Mijn inzet is beperkt tot enkele juridische opmerkingen en suggesties. Nu meent de man dat mijn inzet vergroot moet worden. Ik dien evenwel de kosten in ogenschouw te houden. Ik mail de man terug dat ik zal overleggen met de moeder van zijn ex-vrouw en een terugkoppeling geef wanneer nodig.

Een tweede mail. Ditmaal van de secretaresse van de baas. Het verbaast mij dat zij niet even belt of binnenloopt. Ik sluit mijn computer af en loop naar de koffiecorner. Met een kop koffie in de hand, loop ik argeloos naar het kantoor van de secretaresse. Zij gebaart mij te zitten. “Hoe is het met jouw praktijk?”, vraagt zij. Dat is een lastige vraag en ik antwoord dat het goed gaat. “Heb jij je arm geblesseerd?” vraag ik op mijn beurt. De secretaresse maakt een vage opmerking over een auto in het centrum van de stad, die haar heeft genegeerd. De secretaresse vertelt mij dat een onduidelijkheid is ontstaan in één van mijn declaraties. Het verzoek van de afdeling accountancy is dan ook om de zaak door te nemen op verrichtte werkzaamheden met een controle van de taakstelling, bevoegde personen en privileges. Zij geeft mij de bekende map mee met het advies de onduidelijkheden direct weg te nemen. Dat advies neem ik ter harte en ik loop terug naar mijn kantoor. Eerst pak ik de telefoon en bel ik de ex-man (en enkele informele contacten) met een heldere instructie over de ex-vrouw. Daarna pak ik het volgende dossier.

De secretaresse voelt aan haar arm, terwijl zij de antwoorden van de advocaat weegt. Het voelt incorrect. Het is onduidelijk waar dit doorkomt. In gedachten maakt zij een aantekening om dit op te nemen met de baas. De kneuzingen aan haar arm irriteren haar. Zij besluit de dag rustig door te werken zonder het type- en dossierwerk. Wel maakt zij een uitdraai van de onbekende bestanden. Zij legt een apart dossier aan en belt nogmaals naar haar baas. Andermaal geen gehoor. Zij besluit de receptie van het hotel te bellen. Zij beloven direct terug te bellen na het eerste contact. Na enkele minuten wordt duidelijk dat ook het hotelpersoneel geen contact krijgt. Zij besluiten over een half uur een kamermeisje te sturen, waarna de secretaresse nader wordt geïnformeerd. Het is inmiddels 9 uur geweest.

De advocaat ligt in een diepe roes. Het is geen slaap. Het is geen bewusteloosheid. Langzaam komt het gevoel terug in zijn lichaam. Het tapijt voelt zacht aan zijn gezicht. Het stof ruikt en de haartjes van het tapijt prikkelen zijn neus. Bij het openen van zijn ogen ziet hij allerlei kleuren. Het duurt even voordat zijn gezichtsvermogen terugkeert. Hetzelfde geldt voor het denken. Eerst dan vertelt zijn brein dat hij de hele avond en nacht op de grond heeft gelegen. Waarschijnlijk. Voorzichtig probeert hij zijn handen en benen te bewegen. Na een geslaagde oefening, rolt hij op zijn zij en gaat hij op zijn knieën zitten. Een vreemde gevoel van wolligheid neemt plaats in zijn hoofd, die langzaam overgaat in een bonzende pijn. Hij staat op en loopt naar de bank in de kamer. Voorzichtig neemt hij plaats en neemt het uitzicht in zich op. Wat is in vredesnaam gebeurd dat ik mij zo voel, denkt de advocaat voorzichtig. Dan gaat zijn telefoon.

 

 

 

 

All in a day’s work: nerf

Het is alweer even geleden dat ik dit heb gedaan, verzuchtte hij in gedachten. Hij keek naar de band van zijn auto. Hij deed de achterklep open. Dat was hij vergeten. De wijn van de klant. Hij straalde zachtjes van binnen en besloot een taxi te nemen. Hij pakte de wijn, de laptop en liep naar de lift van de garage. Morgen zou hij nog wel even spreken met zijn secretaresse. Het was een lange dag geweest; ook voor haar. Misschien had hij het bij het verkeerde eind maar zij leek verontrust en gehaast. Ongebruikelijk voor haar om zoveel van zich te laten zien, laat staan hem om een lift te vragen. Niettemin een punt van aandacht voor morgen. Hij nam de lift vanuit de garage. In de lift belde hij de centrale van kantoor. Eén van de receptionisten zei toe dat de taxi binnen een kwartier zou arriveren.

Buiten bekeek hij de gemiste oproepen. Twee van kantoor met voicemail.  Enkele e-mailberichten. Eén onbekend telefoontje en één van zijn moeder. Hij belde haar direct. “Dag moeder, hoe vergaat het u,” vroeg hij terwijl hij de fles wijn neerzette. “Ik verwacht jou op de 10e deze maand om 10:30 op het landgoed van de Hertog.”, antwoordde zij. “ik zal er zijn. Hoe gaat het met de kinderen?” “Met de kinderen gaat het goed”. Op de achtergrond hoorde hij kun kleine stemmen. Hij betreurde nog steeds dat het zover had moeten komen. “Dan zien wij elkaar de 10e. Dag, moeder”. Hij wachtte een moment (zij ook) en met een betrapt gevoel, verbrak hij de verbinding. Daarna luisterde hij zijn voicemail af. Eén van zijn collega’s bralde dat het feest was bij één van zijn cliënten en dat hij dit niet mocht missen. Zijn zoon had gebeld en vroeg naar de laatste stand van zaken omtrent de voortgang van de verbouwing van het huis. Een tweede collega meldde dat een gesprek met een andere cliënt minder voorspoedig was verlopen. Terloops meldde hij tevens dat twee mensen zich bij hem hadden vervoegd met het verzoek om instructies. Zij hadden niet duidelijk verteld om welke zaak het ging; alleen dat hij de advocaat was in die zaak met het verzoek om overleg in de loop van morgenochtend. Zijn irritatie zwol zachtjes aan. Eerst de gemiste uitnodiging van het feest, dan het verdwijnen van de tas van een collega-advocaat, de genegeerde oproepen aan zijn cliënt en vrinden om mevrouw in die zaak te volgen en dan de lekke band. De taxi stopte en hij stapte in. ‘Naar het Hilton in Amsterdam, graag”. De chauffeur zei niets, zette de meter aan en reed weg.

De advocaat opende zijn laptop en logde in op de site van een internationale bank. Hij verwachtte een grote betaling van een buitenlandse cliënt. Ook controleerde hij vlug de gebruikelijke betalingen van lonen en declaraties. Een declaratie leek bijzonder en hij noteerde in zijn boekje de naam en het bedrag. De betaling van de cliënt was nog niet binnen.

De taxi was inmiddels ter hoogte van Utrecht en leek de meeste files te omzeilen. Hij pakte de fles wijn en bekeek het kaartje aan de flessenhals. Een brede glimlach versmalde zijn gezicht. De cliënt had meer verloren dan hij ooit zou begrijpen en bedankte hem met een dure fles wijn (en de betaling van de kantoorrekeningen). Sommigen zouden het niet leren om hun advocaat te vertrouwen in zaken met dergelijke belangen. Het ging meer dan om geld en prestige. De dochter van de cliënt was heimelijk gehuwd en had zich teruggetrokken uit het openbare leven. Het was enkel een kwestie van tijd geweest om het testament van de familie te wijzigen. Hierdoor kreeg hij inzicht in de financiële stromen van de familie en wat meer belangrijk is, toegang tot de connecties in die familie. Hij mijmerde nog of de schoonheid van de partner van de cliënt, toen de telefoon ging. Ditmaal belde zijn echtgenote. Uiteraard wist zij van zijn maîtresse en liet hem daarin vrij op voorwaarde dat hij alle officiële gelegenheden aan haar zijde zou vervullen. “Morgen is een bal aan de Oostergracht in Den Haag. Het begint om 19:30 met een diner. Kan ik jou daar verwachten?”. “Natuurlijk, lieverd. Ik zal er zijn”. “Hoe is het met onze kinderen?”. Zijn echtgenote vertelde van hun zoons en de kleinkinderen. Toen hij bijgepraat was, beloofde hij haar morgen te verrassen.”, zo besloot hij het gesprek.

Hij pakte de laptop en logde opnieuw in. Ditmaal keek hij in het dossier van de collega, die op het feest stond. Hij had de indruk dat het bezoeken van een feest van cliënten een moment van ontlading was in de zaak die hij behandelde. De cliënt werd gestalked door een onbekende. In het dossier zaten foto’s van kinderen die waren misbruikt. Deze foto’s lagen op het bed van de cliënt. Uiteraard was deze cliënt hevig geschrokken en had niet de politie gebeld maar zijn advocaat. Onduidelijk was of de cliënt de kinderen en jonge mannen herkende. Hij zou schichtig hebben gereageerd maar niet ontkennend. De vraag was of de cliënt additionele bescherming behoefde nu hij instructies omtrent zijn extravagante uitgaansleven negeerde. De advocaat bekeek de foto’s en werkaantekeningen in het dossier. Voor nu waren er geen aanwijzingen dat de cliënt aanvullende instructies behoefde. Doorgaans is een voortzetting van de gebruikelijke activiteiten de beste remedie tegen dit soort inbraken. Niettemin was een voorzichtige aantekening te lezen van zijn collega waarin hij zijn zorgen uit over de levenswijze van de cliënt en zijn groeiende aversie tegen de handelwijze van de cliënt. Onduidelijk was of de foto’s het resultaat waren van handelingen van de cliënt of iemand in zijn nabijheid (waar de cliënt kennis van draagt) of een wraakactie van anderen. In ieder geval wordt gedreigd de foto’s en locaties openbaar te maken, waar de cliënt veelal gezien zou zijn met een van de kinderen op de foto’s. Een hachelijke zaak, waarbij de cliënt beter heeft te luisteren dan nachten door te halen in een kroeg onder invloed van alcohol en andere middelen. In ieder geval een zaak die de advocaat nauw volgde.

De chauffeur attendeerde de advocaat erop dat zij binnen een kwartier bij het Hilton zouden arriveren. Ook merkte hij op dat zij al twee uur gevolgd werden door een tweetal auto’s. Dat was de advocaat wel gewend. Het kantoor had een eigen beveiligingdienst. De fotografen tegenwoordig probeerden hem te betrappen op intieme momenten met familie of andere persoonlijkheden. Niettemin beloonde hij de chauffeur vor zijn opmerkzaamheid. Hij stapte uit, pakte zijn fles wijn en de laptop en liep door naar de lift. Gewoonlijk huurde kantoor het penthouse. Hij deed de deur open en de lamp aan op het bureau in de hal. Het was vreemd donker, bedacht hij toen hij de fles wijn neerzette met de laptop. Een klap op zijn achterhoofd en hij zakte naar de grond. Hij viel op het dikke tapijt en zag vagelijk hoe mensen langs hem liepen. Hij hoorde kinderstemmen en zag een meisje met witte sokken en zwarte schoenen vlak langs zijn gezicht lopen. Ze rook fris. Daarna verloor hij het bewustzijn.

De secretaresse pakte haar telefoon. Het nare gevoel van vandaag was deels gezakt. Toch moest zij even de laatste e-mailberichten controleren van haar baas. Opnieuw balde haar maag samen. Zij logde in op het netwerk en zag dat haar baas even ervoor de berichten had bekeken. Ook zag zij een aantekening staan bij het werkdossier van een van de collega-advocaten. Zij had over dit dossier gehoord. Sex met kinderen en dieren, zo ging het gerucht onder de secretaresses en enkele advocaten. Twee e-mailberichten van de Koning, een van zijn maîtresse en één onbekende afzender had enkele stukken doorgestuurd zonder een zaaknummer te vermelden. Alhoewel verboden om stukken te sturen van een onveilige bron naar een beveiligde verbinding, konden sommige cliënten en medewerkers de verleiding niet weerstaan om toch stukken door te zetten. Zij zou de veiligheidsinstructies opnieuw op de agenda van de secretaresses en advocaten zetten. Zij opende het bestand en kreeg een foutmelding. Hierop besloot zij uit bad te gaan, trok een badjas aan en liep naar de huiskamer. Zij keek nog eenmaal naar haar telefoon. Ditmaal opende het onbekende bestand wel. Zij trok bleek weg bij het zien van de foto’s. “Ben je zo klaar?”, vroeg haar vriend vanuit de keuken. Hij kwam aangelopen met een bord nieuwe frietjes met een dikke klodder mayonaise. “Alleen de hamburger is mislukt”. Verschrikt keek zij in de warme ogen van haar partner. Zij besloot niets te zeggen en gaf hem een welverdiende, lange kus.